Jaarstukken 2020
portal

Paragrafen

Bedrijfsvoering

In de onderstaande tabel worden het budget en de realisatie van de Personeelsbegroting gepresenteerd:

Personeelsbegroting per 31 december 2020

Personeelsbegroting (x € 1 miljoen)

Begroting

Realisatie

Saldo

Surplus
inkomsten

Saldo

Bestuur

2,39

2,35

0,04

0,00

0,04

Teams

77,70

77,44

0,26

1,12

1,38

Concern

1,43

0,70

0,73

0,00

0,73

Bijstelling voormalig personeel

-0,45

Bijzonder resultaat TOZO

0,70

Saldo inclusief bijzonder resultaat/bijstelling

2,40

Resultaat
Het resultaat op de Personeelsbegroting bedraagt afgerond € 2,4 miljoen voordelig. In dit resultaat zijn  een incidentele bate van € 0,7 miljoen opgenomen in relatie tot ontvangen middelen ten behoeve van de uitvoering van de TOZO regeling (voor zelfstandig ondernemers) en een onvoorziene bijstelling van € 0,45 miljoen nadelig in relatie tot de dotatie voorziening APPA voor (oud) wethouders en nabestaanden.
Het resultaat van de teams bedraagt € 1,38 miljoen en bestaat  uit het saldo reguliere bedrijfsvoering           € 0,26 miljoen en het surplus van niet begrote inkomsten van € 1,12 miljoen. De niet begrote inkomsten betreffen voor deel niet beïnvloedbare inkomsten zoals bijvoorbeeld ziektewet-, zwangerschaps- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Het positieve resultaat van de teams is in lijn met de afgegeven prognose in de Finrap en het resultaat op de materiële budgetten. Ten behoeve van een zuivere sturing op de inhoudelijke opgave, programmatisch werken en inzicht in de totale structurele capaciteit voor personele inzet zullen ook de inkomsten vanaf 2021 waar mogelijk vooraf begroot worden in de Personeelsbegroting. Het totaal van de bijbehorende personele capaciteit ten opzichte van de inhoudelijke opgave zal in de Vorap 2021 gepresenteerd worden.

Ontwikkeling Personeelsbegroting
Binnen de gemeentelijke begroting zijn de kosten gerelateerd aan de benodigde personele inzet begroot op loonkostenbudgetten binnen de diverse programma’s. Het totale loonkostenbudget van Venlo vormt hierbij de personeelskostenbegroting (PKB) en is een substantieel onderdeel van de totale gemeentelijke begroting. Dit is het bedrag dat Venlo verwacht uit te geven aan salarissen én reguliere inhuur voor de realisatie van programmadoelstellingen.
In de Finrap is melding gemaakt van een ingeschat voordeel van € 2 miljoen op Personeelsbegroting . De lijn van het te verwachten positief resultaat op de Personeelsbegroting in 2020 heeft zich voortgezet. Het resultaat heeft zich in totaliteit in lijn met de afgegeven  prognose in de  FinRap ontwikkeld waarbij in 2020 sprake is van een incidentele bate in relatie tot inzet van personeel voor de uitvoering van de TOZO regeling voor zelfstandig ondernemers. Deze TOZO middelen worden in het Covid onderdeel van deze jaarrekening verantwoord.
Ten grondslag aan de positieve prognose liggen inhoudelijk met name:

  • de vertraagde en uitgestelde invulling van vacatures onder andere daar waar sprake is van het niet of minder kunnen verrichten van werkzaamheden op locatie;
  • het financieel effect van de vertraagde effectuering van de CAO afspraken is in 2020 positief ten opzichte van de begrote middelen voor loonkostenindexering op concernniveau ( € 0,73 miljoen);
  • extra inspanningen door medewerkers in relatie tot Corona activiteiten zonder financieel effect.

Reguliere en specifieke inhuur
Reguliere inhuur is inhuur om onze reguliere taken te kunnen uitvoeren en wordt bekostigd uit de personeelskostenbegroting. Reden voor inzet van reguliere inhuur zijn het flexibel en doelmatig op basis van inhoudelijke keuzes invullen van (tijdelijke) formatieplaatsen, piekbelastingen ( oa ten behoeve van uitvoering  Covid taken), invulling van moeilijk vervulbare vacatures door inhuur en inhuur in relatie tot (langdurige) ziekte. Specifieke inhuur betreft personele inhuur voor specialistische deskundigheid en wordt uit materiële budgetten bekostigd. Het percentage inhuur (excl Covid) ten opzichte van de personeelsbegroting 2020 bedraagt per 31 december 10,6%. De realisatie van de totale inhuur specifiek en regulier bedraagt per 31 december € 8,89 mln.
In de Finrap is voorzichtigheidshalve nog uitgegaan  van een prognose inhuur van 8,1 % ten opzichte van de Personeelskostenbegroting uitgaand van een gelijkblijvend volume aan inhuur in de 2e helft van het jaar. Ten opzichte van de Finrap is de realisatie van inhuurkosten hoger dan ten opzichte van de prognose. In de tweede helft van 2020 is er namelijk meer inhuur en inhuur met specifieke kennis ingezet teneinde zo flexibel mogelijk de programmadoelstellingen te realiseren. Reden voor inzet van inhuur zijn het flexibel en doelmatig op basis van inhoudelijke keuzes invullen van (tijdelijke) formatieplaatsen, piekbelastingen, invulling van moeilijk vervulbare vacatures door inhuur en inhuur in relatie tot (langdurige) ziekte. De huidige door de gemeenteraad gestelde norm voor de totale uitgaven van inhuur 2020 in relatie tot de totale personeelsbegroting 2020 bedraagt 8 %. De meest recente benchmark in relatie tot inhuur, Personeelsmonitor 2019, toont voor  100.0000 + gemeenten (excl. G4) een inhuurpercentage van 18,8% ten opzichte van de loonsom.

Deze pagina is gebouwd op 06/03/2021 16:03:25 met de export van 06/02/2021 14:50:14