Deze beknopte beleidssamenvatting heeft tot doel u, met een paar grote passen, inzage te geven in de belangrijkste of meest opvallende ontwikkelingen van het afgelopen jaar.
Hoewel we ons bij het jaar 2020 vooraf iets heel anders hadden voorgesteld, werd 2020 onvermijdelijk het jaar van de pandemie. Met name onze kwetsbaarste inwoners, jongeren en onze ondernemers werden hard getroffen door de beperkingen die nodig waren en zijn om de epidemie in te dammen. Onze organisatie heeft in zeer korte tijd die maatregelen genomen die nodig waren om datgene wat -gegeven de noodsituatie- noodzakelijk was tot stand te brengen. Het organiseren van financiële steun aan ondernemers en aan organisaties, samenwerking met onderwijsorganisaties en jongerenwerkers, gezondheidsmaatregelen, tijdelijke versoepeling van regels, handhaving waar dat nodig was, tijdelijke opvang van plotseling dak- en werkloos geworden internationale werknemers, het verwerken van een groot aanbod afval, communicatie met inwoners en maatschappelijke partners en goede aansluiting bij de VNG en het rijk om de veelheid aan ondersteuningsmogelijkheden zo goed en snel mogelijk in te zetten. Veel is er gedaan om, in goed overleg met de betreffende aanbieders, de continuïteit van zorg en ondersteuning aan onze inwoners zo goed mogelijk te borgen, in welke vorm dan ook.
Vanaf maart 2020 tot heden heeft een belangrijk deel van de organisatie hieraan, naast het reguliere takenpakket, in 2020 een extra inspanning geleverd. We hebben uiteraard niet al het ongemak kunnen voorkomen of iedereen kunnen helpen, maar wel datgene gedaan wat van een goede toegeruste gemeentelijke organisatie verwacht mocht worden. Wij hebben u hierover reeds enkele malen geïnformeerd in de vorm van impactanalyses, een presentatie of een aparte paragraaf in een P&C-document.
Een deel van de organisatie ging overwegend digitaal werken, net als het gemeentebestuur, en ook bij de dienstverlening aan onze inwoners werden fysieke contacten zoveel mogelijk vermeden. En hoewel dit het beeld van 2020 heeft bepaald, is dat zeker niet het enige dat tot stand is gebracht. We zijn ons blijven focussen op realisatie van de in de begroting opgenomen activiteiten. Met resultaat.
Zo werd er het afgelopen jaar stevig ingezet op de verdere vermindering van het aantal voortijdig schoolverlaters. Het aantal schoolverlaters zonder minimaal een MBO-2 diploma nam in het schooljaar 2019-2020 verder af (van 151 een jaar eerder) naar 118, 1,6% van de leerlingen. Dat is lager dan het landelijk gemiddelde, maar ook lager dan 36 van de 40 grootste Nederlandse gemeenten. Belangrijker nog dan deze cijfers betekent het ook dat in verhouding veel meer Venlose jongeren een goede uitgangspositie hebben aan de het begin van hun volwassen leven. En dat voorkomt, zo is de ervaring, veel ongemak en maatschappelijke kosten in de jaren daarna.
Voor de meeste inwoners is het hebben van betaald werk belangrijk voor hun economische zelfstandigheid. En ondanks de economische tegenwind slaagden we erin om het aantal inwoners dat afhankelijk is van een bijstandsuitkering nagenoeg stabiel te houden op het niveau van ultimo 2019. Aan de andere kant nam de afgelopen jaren ook de arbeidsparticipatiegraad toe. Een relatief steeds groter deel van onze beroepsbevolking neemt daarmee deel aan het arbeidsproces. En zo vertalen investeringen in een goed onderwijsaanbod en een sterke regionale economie zich uiteindelijk in meer lokale koopkracht en lagere overheidsuitgaven.
En ook op dat gebied hebben we het afgelopen jaar in Venlo weer stappen vooruit gezet. Zo is in september het traject hybride opleidingen Techniek gestart en de Bachelor Gezondheid gerealiseerd, die van start gaat in september 2021. Tegelijkertijd is Venlo Studentenstad doorontwikkeld, waarbij we nadrukkelijk een accent hebben gelegd op maatschappelijke verbreding en op gezamenlijke communicatie. Daarnaast is er op de Brightlands Campus Greenport Venlo een aanvang gemaakt met de realisatie van 2 nieuwe gebouwen, het Brighthouse en Brightworks.
De afhankelijkheid van onze regionale economie van een goede infrastructurele ontsluiting is evident en verdient permanente aandacht. In dat verband hebben wij u het afgelopen jaar een spoorvisie gepresenteerd waarin u keuzes heeft gemaakt voor de toekomst van het spoor in Venlo. Daarnaast hebben we Europese middelen gegenereerd als bijdrage in de uitbreiding van de bargeterminal inclusief het onderliggende wegennet, hebben we doorgewerkt aan de geplande realisatie van de truckparking aan de James Cookweg en aan de verbetering van de bereikbaarheid van onze bedrijfsterreinen.
Het meest in het oog springende bedrijfsterrein is het stedelijk centrum. Weliswaar hadden en hebben de binnenstadondernemers veel last van de beperkende maatregelen, er is door ons doorgewerkt aan de verschillende projecten die de binnenstad van Venlo, niet alleen als Euregionaal winkelhart en uithangbord, maar ook als woon- en verblijfsgebied, moeten versterken. Dit betreffen de gebiedsontwikkelingen en projecten zoals Q4, Maaswaard, Museumkwartier en het Kazernekwartier.
Naast economische hotspot, studentenstad en werkplaats is Venlo voor de meeste inwoners in de eerste plaats natuurlijk gewoon een fijne plek om te wonen. En die plek moet schoon, heel en veilig zijn. Samen met de wijken zijn we gestart met de uitvoering van de 582! actiepunten uit de Samenlevingsagenda. Natuurlijk hebben we wat betreft de prioritering van de inzet van onze handhavingscapaciteit tijdens de coronacrisis keuzes moeten maken. In het betreffende programma kunt u dat zien. Daarnaast zijn we, zoals met u afgesproken, begonnen met een inhaalslag in het (uitgesteld) onderhoud van onze openbare ruimte en hebben we de eerste stappen gezet op weg naar integrale visie openbare ruimte en (vervolgens) een integraal beleidsplan. In 2021 leggen wij deze aan u voor.
Ook beleidsmatig hebben we het afgelopen jaar stevig aan de weg getimmerd. In navolging op de actualisatie van de regionale strategische visie oriënteerden we ons het afgelopen jaar ook op de strategische koers van Venlo, het lange termijn strategisch perspectief op Venlo in 2040. Een traject dat in de eerste helft van 2021 wordt afgerond. Daarnaast verschenen er in het ruimtelijk domein een aantal (deel-) visies, zoals de spoorvisie, de agenda groen en water, de cultuurvisie, evenementenbeleid, de transitievisie gebouwde omgeving 1.0, Concept-RES en de havenvisie en werd er gestart met de actualisatie van het strategisch beleid in het sociaal domein. En omdat ook de invoeringsdatum van de Omgevingswet -per 2022- aanstaande is, is er -aansluitend op de provinciale en nationale omgevingsvisies- een begin gemaakt met een lokale omgevingsvisie. Een klankbordgroep uit uw raad is daarbij intensief betrokken.
Wellicht iets minder strategisch, maar daarom niet minder bestuurlijk relevant was de herijking van de gemeentelijke subsidies. Een langdurig, ingewikkeld en bestuurlijk gevoelig proces dat daarmee werd afgerond. Jaren van scheefgroei als gevolg van gewijzigd beleid, een gegroeide praktijk en een herindeling werd daarmee gecorrigeerd. Meerdere malen heeft u hierover met ons en elkaar gesproken en heeft u middelen beschikbaar gesteld voor 'een zachte landing' die het voor verenigingen mogelijk moet maken de wijzigingen (deels) op te vangen.
Regionaal hebben we samen met de andere 7 Noord-Limburgse gemeenten en de Provincie Limburg de vaart er stevig in gekregen. In 2020 is er regionaal onder leiding van een bestuurlijke regiegroep een 53 projecten tellend uitvoeringsprogramma tot stand gebracht, afgestemd met de provincie Limburg, aansluitend op de nationale agenda en in samenspraak met een groot aantal maatschappelijke partners uit het onderwijs, het bedrijfsleven en het maatschappelijk domein. Gezondste regio als ambitie met als resultaat een stevige impuls aan de versterking van de brede welvaart in onze stad en in de regio. Na deze eerste ronde met projecten volgt naar verwachting nog een nieuwe ronde. En terwijl de 'regionale winkel' open was vond de inrichting en positionering van het regiobureau plaats ter ondersteuning van onze regionale ambities.
Uitdagingen in het primair proces van onze organisatie leiden ook tot uitdagingen in de gemeentelijke bedrijfsvoering. Want niet alleen hebben we bij de start van de crisis heel snel oplossingen moeten vinden voor de actuele behoefte, ook de 'normale' gemeentelijke dienstverlening heeft met wat aanpassingen doorgang kunnen vinden en is verder verbeterd. Zo is naast de extra capaciteit voor de Tozo-regeling of de facilitering van het thuiswerken, de telefonische bereikbaarheid opnieuw toegenomen, heeft de digitalisering van de werkomgeving een stevige impuls gehad, net als de ontwikkeling van het informatiegestuurd handelen, de verbetering van de datakwaliteit en de programmatische (aan-)sturing van onze organisatie. En, niet onbelangrijk, hebben we in 2020 minder klachten ontvangen. En dat stemt tot tevredenheid.
Tot slot. 2020 was een buitengewoon uitdagend jaar. En terwijl de coronacrisis hard toesloeg in onze gemeenschap hebben wij, hebben onze medewerkers en onze maatschappelijk partners een tandje bijgezet. Het meeste hebben we met elkaar kunnen opvangen. Waar dat nodig was hebben we gezocht naar oplossingen en is er bijgestuurd. Daarbij hebben we u zo goed mogelijk en zo vaak als dat gewenst werd geïnformeerd. Weliswaar ligt 2020 achter ons, dat geldt nog niet voor de pandemie en waarschijnlijk evenmin voor de effecten die we mogelijk pas op de wat langere termijn gaan ervaren.
Waar we wel zeker van zijn is het resultaat dat we met elkaar hebben neergezet. Een vrijwel volledige uitgevoerde begroting en een mooi financieel resultaat. We hebben opnieuw gezamenlijk met elkaar stappen vooruit gezet in het perspectief van onze strategische ambities.